Het is rustig weer als de dag in Baiona begint. Overal op het schip zijn bemanning en trainees bezig met het onderhoud van het tuig en de rest van de boot. Het weer is goed, iedereen heeft zijn werk, er wordt uitleg gegeven aan nieuwe trainees, stagen worden gespannen nieuwe voorraden worden opgeruimd en de vracht wordt netjes in het vrachtruim geplaatst. Als rond half elf kapitein Wiebe terug komt aan boord heeft hij de laatste weerberichten opgehaald en nagedacht over het plan wat we tot op dat moment hebben om de volgende morgen te gaan vertrekken, de nacht achter het anker in de baai te blijven liggen en de volgende dag aan de overtocht te beginnen naar La Palma. Muster! roept hij: het teken dat iedereen zich moet verzamelen voor een mededeling. Iedereen laat rustig zijn werk vallen pakt snel een kop koffie en verzameld zich op het achterdek. We gaan weg vandaag zegt Wiebe zacht tegen mij. Ik begin zacht te lachen van binnen. Het worden een paar uur hard werken om alles op tijd zee klaar te krijgen. Maar dan gaan we ook weer varen: iets waar ik en de rest van de mensen op het schip naar uitkijken na een week in Baiona.
Wiebe doet zijn mededeling en er wordt enthousiast gereageerd. Het worden een paar drukke uren waarin de vracht nog zeevast gezet moet worden. Ook moeten de laatste klusjes in de tuigage nog gedaan worden, water moet nog gebunkerd en ook de laatste voedsel voorraden komen nog aan boord. Iedereen werkt hard en er gebeuren ineens een hoop dingen tegelijk. Maar het is klaar als om een paar minuten over vijf de sleepboot vast maakt. Iedereen heeft een euforisch gevoel en is blij om te vertrekken. Er staat op dat moment maar weinig wind: best spannend op een schip zonder motor. Rustig aan drijven we naar buiten met wat hulp van onze eigen bijboot. Er wordt nog even hard gewerkt door crew en trainees om alle zeilen te zetten waarna ons een heerlijke maaltijd staat te wachten van onze scheepskok Soraia. We zeilen rustig de nacht in met een knoop of zes weg van de kust op weg naar een nieuwe verte.